top of page
Homepage modder.jpg
Foto van schrijverouweleem

In verbinding: Willems-straat


Afgelopen woensdag vierde een jeugdliefde van me haar zestigste verjaardag. Op die dag maakte ik ook kennis met twee mannen die, zonder dat ik dit wist, al bijna net zo lang als ik met haar verbonden zijn. Een vreemde gewaarwording. Ik zal die twee als puber vast en zeker ontmoet hebben. Misschien hebben we zelfs samen op TBC een biertje gedronken (Trefcentrum Bernardinus Clara/Coriovallum – onze plek om in de jaren zeventig ‘in te drinken’, pilsje 50 cent) of bij Bijsmans gebiljart. Waren zij er ook bij toen we met een hele groep naar Nuth gingen om te zaalvoetballen of zijn we begin jaren tachtig samen doorgezakt na een examenfeest? Zij van Coriovallum en ik van Bernardinus. Het zou zo maar kunnen.


Nu, ongeveer 45 jaar later, maak ik dus, misschien opnieuw, kennis met ze. Een van hen sprak ik naar aanleiding van een stuk op Ouwe Leem. We hebben midden jaren zestig zelfs in dezelfde straat gewoond. Het leek alsof we elkaar al jaren kenden en we de draad oppakten waar we die zo lang geleden hadden laten liggen. Een hernieuwde vriendschap?

De ander ontmoette ik via een boek, zijn biografie: Je lied wordt gehoord, geschreven door Mieke Koenen. Mijn vrouw leest die op dit moment. De eerdergenoemde jeugdliefde en een vriend uit lang vervlogen tijden zijn door de schrijfster geïnterviewd. Zij zijn jeugdvrienden van Jeroen Willems. Ja, de tweede man is de getalenteerde, gevierde en veel te vroeg gestorven Heerlense acteur en zanger.


Geboren in Maastricht, op 15 november 1962, verhuisde hij al op jonge leeftijd naar Heerlen. Daar groeide hij op, ging hij naar school en maakte hij vrienden voor het leven. Een leven dat vlak na zijn vijftigste verjaardag ophield. Op 3 december 2012 stierf hij nadat hij tijdens een repetitie onwel was geworden. Begin deze maand was dus zijn 10e sterfdag. Met uitzondering van een artikel over Willems' biografie in De Limburger is er verder volgens mij in Heerlen geen aandacht aan besteed. Niet alleen ik, maar ook zijn stad lijkt hem te zijn vergeten.


Op Ouwe Leem ben ik ruim een half jaar geleden begonnen met de Hal d’Honneur van Heerlen. Vanwege tijdgebrek ben ik daar (tijdelijk) mee gestopt. Onterecht, zo vind ik nu. Tijd is prioriteit, heb ik ooit geleerd. Naar aanleiding van hetgeen met Jeroen Willems is gebeurd, heeft het in mijn ogen prioriteit de Heerlense ‘dochters en zonen’ die iets bijzonders hebben gedaan, de parels van onze stad, in herinnering te houden. De tijd van standbeelden is voorbij. Plaquettes zijn eveneens gedateerd. Straatnamen zijn zelden gezocht. Dus moeten we creatief zijn. Ik, en hopelijk ook anderen, graven naar de verhalen over deze Heerlenaren. Daarnaast moet er worden bedacht hoe we deze verhalen deel laten uitmaken van het Heerlense Verhaal, onze geschiedenis, ons heden en onze toekomst. Zodat we ervoor zorgen dat in de toekomst mensen zoals Anne van Dijck, Harrie Sevriens, Vera van Hasselt, Nic. Tummers, Bas Schoenderwoerd, Leonie Cornips en Michel Huisman niet in de vergeethoek van de geschiedenis terecht komen, maar dat hun levens en verdiensten voor Heerlen tot de kennis van de stadsbewoners horen en regelmatig onder de aandacht worden gebracht en gevierd.


Voor Jeroen Willems heb ik ondertussen een persoonlijke en tussentijdse oplossing. U mag hem van mij overnemen. Ze houdt verband met een straat waar ik vrijwel dagelijks loop: de Willemstraat. Over de doden niets dan goeds, maar ik heb niets met ons koningshuis en al helemaal niet met de koningen Willem 1, 2 en 3 uit de negentiende eeuw. Er is geopperd de straat naar Lex Nelissen te noemen. Een in mijn ogen zeer betrouwbare bewoner van de Willemstraat vertelde mij echter dat Lex hem had gezegd ‘helemaal niets met de Willemstraat te hebben. Het ging hem enkel om zijn zaak’. Dus hernoem ik de Willemstraat in mijn hoofd de (Jeroen) Willemsstraat. Met twee ss-en, zoals onze Stationstraat in tegenstelling tot deze straten in de meeste andere steden, maar een ‘s’ heeft.


Als mijn vrouw Jeroen Willems’ biografie uit heeft, en dat zal niet lang duren, want ze leest niet alleen snel, maar ik hoor ook dat het een heel goed geschreven boek is, ga ik ze lezen. Het lijkt me het perfecte boek voor de Kersttijd, die wat mij betreft toch vooral over verbinding en samenzijn gaat. Jeroen en ik waren al een beetje ‘verbonden’ doordat we in dezelfde tijd in Heerlen opgroeiden. Nu weet ik dat die connectie er ook was doordat we dezelfde mensen als vrienden hadden, deels in een andere tijd en zonder dat we dat wisten. Ik kan niet wachten hem beter te leren kennen, al is het dan maar via (geschreven) woorden van anderen. En wat die andere jongen/man betreft: hij is nog zeer ‘alive and kicking’. Dus daar kan de verbinding gelukkig nog van twee kanten komen.


Ik wens jullie allemaal een fijne Kerst.


Marcel J.M. Put



PS: Jeroen Willems en ik hadden nog een andere connectie, die in de hoofdtekst niet wordt vermeld, omdat ze er niet echt in paste. Samen met Jeroens zwager, Lucho Careno, begeleidde ik aan het begin van deze eeuw bijna twee jaar lang het voetbalteam van onze dochters. Terwijl ik dit blog schreef hoorde ik dat Lucho vorige week is overleden. Descansa en paz querido amigo futbolero.

137 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Commentaires


bottom of page