top of page
Homepage modder.jpg
Foto van schrijverouweleem

Fouten in Mijnmuseum

De gepresenteerde geschiedenis hoeft niet waar te zijn, ze moet ‘verkocht’ kunnen worden.


Vandaag staat in De Limburger een artikel over de kritiek die een aantal historici, waaronder ik, heeft op de tentoonstelling van het Nederlands MijnMuseum (NMM). Ook zijn er reacties van de nieuwe directeur van het museum en van een lid van de raad van toezicht.

Het is vooral laatstgenoemde die de vrees van de historici bevestigt. Het NMM blijkt helemaal geen museum te zijn, maar een beleving. Waarvan? Veel wijst erop dat het gaat over het boek Het geluk van Limburg, geschreven door Marcia Luyten, een roman met karikaturale trekken als het gaat om het Limburgse mijnverleden. Weinig wat het mijnverleden betreft in dit boek is waar, maar het was genoeg om in 2016 de Brusseprijs te winnen en daarmee de beste Nederlandstalige journalistieke publicatie te zijn. De voormalige Mijnstreek en (de presentatie van) het mijnverleden plukken daar nu de wrange vruchten van.

In verband met auteursrechten kan ik het artikel hier helaas niet voor u plaatsen. Alleen met een abonnement op de krant is het te lezen. Hier de link naar het hele artikel.

Als u het leest heb ik nog een belangrijke zin, die in het uiteindelijke artikel helaas niet meer voorkomt:

Marcel Put: „We willen het museum niet omlaaghalen, we zijn heel blij dat het er is. Maar je moet je wel aan de feiten houden, anders krijg je geschiedvervalsing.”


Gezien de opmerking over 'feitelijkheden' uit de koker van het museum zelf, lijkt het NMM daar anders over te denken.



Wat vindt u ervan?

Zitten we, de historici, in een ivoren toren, is het muggenziften wat we doen of bent u het met ons eens? Wat is volgens u het verhaal dat het NMM vertelt? Leer je iets van een bezoek aan het NMM of is het nostalgie? Kunnen 'feitelijkheden' in een museum op de tweede plaats komen?

Deel Uw ervaringen en laat het me weten hoe U erover denkt!


Wordt vervolgd.


... en voor het overige wens ik dat de bontmantel in het Nederlands Mijnmuseum door de motten helemaal wordt opgevreten.


Marcel J.M. Put

106 weergaven4 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

4 comentarios


gerard6413
gerard6413
31 ene 2023

Hallo Marcel,

mijn mening is, dat als er over de geschiedenis van ONS MIJNVERLEDEN vertelt met de bedoeling dat die geschiedenis nog heel lang voort blijft leven, dat je je dan WEL aan de feiten moet houden !

Het gebeurd toch al, bij regelmaat dat door het vertellen, om het smakelijk te houden , dat het dan toch al gebeurd dat naast die waarheid al een stukje erbij verzonnen wordt.

Op zich niet zo erg vind ik maar " die wijn " moet wel naar wijn blijven smaken !

Als men dan toch meent om daarvan af te wijken, dan wel erbij vermelden dat het de beleving was van iemand en dat het dan best bezijden de waarheid kan zijn.

Me gusta
ouweleem
ouweleem
31 ene 2023
Contestando a

Hallo Gerard, ik ben het helemaal met je eens. In NMM moet er bijvoorbeeld zeker plaats zijn voor de verhalen van de mijnwerkers zelf. Dat (wij) historici, of technici kan ook, dan soms dingen vinden die niet helemaal kloppen, is niet erg. Je kunt het corrigeren als het voor verwarring zorgt (bijv. als iemand vertelt dat hij op de Staatsmijn Hendrik in Hoensbroek werkte), of het laten zoals het is, omdat het niet stoort. Maar als je een soort van altaar inricht voor Frans Dohmen en een soort heilige van hem maakt, iemand die veel mijnwerkers begin jaren zeventig wel konden 'schieten' en schrijft dat hij zo'n geweldig spreker was, terwijl hij dat zelf in zijn autobiografie nota bene ontkent,…

Me gusta

f.werrij
f.werrij
31 ene 2023

Na tweede lezing van het krantenartikel kan ik de passage waarin het museum zegt geen museum te zijn eigenlijk niet goed terugvinden. Wel zie ik staan dat de noodzaak tot correctie van onjuistheden wordt onderschreven maar dat er in het NMM ook plaats moet zijn voor de zogenaamde mythes. Misschien hebben ze daar 'een punt'.

Me gusta
ouweleem
ouweleem
31 ene 2023
Contestando a

Beste f.werrij, dank voor uw bericht. Zoals ik op FB al schreef: voor mythes moet zeker een plaats zijn en een museum weet ook niet altijd of iets een mythe is. Maar als je het weet, moet je het ook als zodanig naar je publiek brengen. Dat gebeurt helaas niet. Om u een aanvullend voorbeeld te geven, dat niet in de collectie te zien is, maar wel door een aantal gidsen/inleiders nog steeds wordt verteld, terwijl ik de directeur er in april al op heb gewezen dat dit verhaal niet klopt en ook niet kan kloppen: het oude gebouw van de Muziekschool, ook kantoor van Beta-werk geweest, achter het Toon Hermans huis. Het verhaal gaat dat hier een van de…

Me gusta
bottom of page