Te vroeg geklaagd?
Op woensdag 16 oktober mocht ik binnen 5 minuten mijn essay Een verleden voor een (betere) toekomst toelichten voor de raadscommissie Maatschappij en Welzijn en voor enkele aanwezige wethouders, o.a. portefeuillehouder Erfgoed wethouder Clemens.
Na mijn verhaal kregen de commissieleden de gelegenheid om opmerkingen te maken en eventueel toelichting te vragen. Vervolgens kreeg ik 3 minuten om te reageren. Het laatste woord was aan de wethouder.
Aan de hand van de vragen die ik kreeg, kon ik opmaken dat een aantal commissieleden mijn essay met aandacht hadden gelezen. Ik kreeg vragen over manieren waarop ik hetgeen er volgens mij mis was met het project zou willen verbeteren. Ook werd door een commissielid mijn verzoek om concretere doelstellingen en het meten van de resultaten ondersteund. Er was ook onbegrip. Een commissielid concludeerde dat ik alle herdenkingen wilde afschaffen en dat ik voorbij ging aan het feit dat er op de basisscholen in Heerlen-Noord toch veel aan lokale geschiedenis werd gedaan. Op de kern van mijn betoog, dat het Erfgoedjaar een feest voor enkele Heerlenaren dreigt te worden, waarvan de resultaten bovendien onduidelijk blijven, ging hij niet in.
In zijn antwoord gaf wethouder Clemens aan dat Erfgoedjaar 2025 een geweldig feest zou worden en dat er al veel initiatieven binnen waren gekomen. Hij vertelde er niet bij of daar veel initiatieven uit Heerlen-Noord bij waren. Hij onderstreepte de noodzaak om concretere doelen te formuleren en resultaten inclusief oorzaken in kaart te brengen. Op mijn vraag hoe de gemeente die bewoners bij het project betrekt die om diverse redenen een grote(re) afstand tot de Heerlense geschiedenis hebben, zei hij dat ‘als deze mensen zich niet zelf zouden melden, de gemeente ze dan ging zoeken.’ Ik kreeg helaas niet meer de gelegenheid om hem te vragen wat hij zou doen als hij die mensen had gevonden.
Was ik tevreden met de gang van zaken? Ja, over het algemeen wel. Ik had de indruk dat er serieus over mijn inbreng was nagedacht en dat ik werd gehoord. Ik vroeg mij wel af in hoeverre dat ook tot de door mij voorgedragen en gewenste veranderingen zou leiden. Daarin werd ik deze week aangenaam verrast. Er blijkt namelijk een heuse regisseur Erfgoedjaar 2025 te zijn, Karin van Meelis. Zij is al bezig op de manier zoals ik die voor ogen heb: de wijken en buurten in, mensen vragen naar wat ze willen, hen duidelijk maken wat kan en de hulp inschakelen van inwoners die het leuk vinden met geschiedenis aan de slag te gaan. Geweldig! Toen ik dit hoorde vroeg ik me wel af: wisten de commissieleden en de wethouder dit niet? En als ze het wel wisten, waarom brachten ze dat dan niet naar voren? Het is mij een raadsel.
Ik ga dus contact zoeken met de regisseur, zodat ik mijn visie met haar en anderen kan delen en mijn steentje bijdragen. Bijvoorbeeld door anderen te enthousiasmeren en zelf een projectvoorstel in te dienen. Daarvoor wil ik graag weten wat mijn stadsgenoten uit Heerlen-Noord zouden willen doen als het om onze geschiedenis gaat. Op 27 november mag ik in mijn eigen buurt tijdens het GMS-café een korte voordracht geven over erfgoed. Ik hoop dat er buurtbewoners zijn die al ideeën hebben over hun invulling van Erfgoedjaar 2025.
Marcel J.M. Put
Comments