Een 'zuivere' zondag
- ouweleem
- 9 jun
- 6 minuten om te lezen

Sinds een aantal jaren ben ik het met de gemeente Heerlen oneens over haar opstelling als het gaat om de rol van burgemeester Van Grunsven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voor de ‘onwetenden’ onder u: de gemeente verkoopt in het door haar volledig betaalde Nederlands Mijnmuseum een boek, ‘De geur van kolen’, waarin deze burgemeester als een collaborateur wordt beschreven. Daarnaast heeft de gemeente het graf van de burgemeester als gemeentelijk monument geadopteerd. Ik vind dat die twee dingen niet samen kunnen gaan. Vooral niet omdat wat er in ‘De geur van kolen’ over burgemeester Van Grunsven wordt beweerd aantoonbare onzin is. Dat wordt bewezen in een boek dat Fred Cammaert en ik samen hebben geschreven: ‘Eindelijk een echte burgemeester. Feiten en fabels over Marcel van Grunsven, 1940-1946’. Ons boek vermeldt, in tegenstelling tot ‘De geur van kolen’, precies waar wij onze informatie vandaan hebben. We laten zelfs zien hoe de schrijver van het andere boek, de onderzoeksjournalist Joep Dohmen, de bronnen misbruikt, verdraait, slechts deels weergeeft en/of de context weglaat als die gunstig is voor Van Grunsven. Er zijn tal van voorbeelden die ik kan noemen en waarvan er ook enkele in ‘Eindelijk een echte burgmeester’ staan.

Ik zal er een kort beschrijven. Het is de in mijn ogen meest grove onjuistheid uit Dohmens pen, omdat hij daarmee de burgemeester als een collaborerende antisemiet neerzet. Ze betreft het ophangen van de bordjes ‘verboden voor Joden’. Dit gebeurt in Heerlen midden mei 1942. Dohmen schrijft hierover: ‘In mei 1942 geeft hij (Van Grunsven, MP) zijn ambtenaren de opdracht de verbodsborden ‘zo spoedig mogelijk’ op te hangen’ (blz. 73). Bladzijden later concludeert Dohmen op basis hiervan: ‘Ondertussen voerde de burgemeester de meeste orders van de bezetter uit, inclusief racistische en discriminerende maatregelen tegen joden (blz. 99).
Uit dit voorbeeld blijkt duidelijk dat het Dohmen niet te doen is om het weergeven van de feiten. Een gelauwerde onderzoeksjournalist als hij moet immers ook naar de context kijken. Die is dat de gemeenten al begin augustus 1941 de opdracht kregen te inventariseren waar deze bordjes moesten hangen, ze te bestellen en op te hangen. Uit correspondentie van de gemeente Heerlen blijkt dat Van Grunsven dit proces zo lang mogelijk rekt. Het liefst hangt hij de bordjes niet op. Na diverse aanmaningen van de bezetter worden ze in het voorjaar van 1942 besteld en geleverd. In mei zijn ze echter nog steeds niet opgehangen. De reden is dat Van Grunsven zijn administratieve vertragingstactiek nog verder doorvoert. In april schrijft hij de bezetter dat de gemeente geen geld heeft voor het ophangen van de bordjes en wil hij weten waarvan dat betaald moeten worden. Als begin mei in het stadspark van Maastricht zulke bordjes worden verwijderd en de bezetter 10 Joodse Maastrichtenaren oppakt (9 van hen worden in Auschwitz vermoord), vreest Van Grunsven voor dergelijke represailles in Heerlen, waar dan nog nergens bordjes hangen. Hij geeft daarom inderdaad opdracht de bordjes ‘zoo spoedig mogelijk’ op te hangen. Dat is ruim driekwart jaar later dan in de meeste Nederlandse gemeenten. Dohmen vermeldt niets over deze omstandigheden, het tijdverloop en de acties van Van Grunsven.
Ik heb de gemeente gevraagd om de verkoop van ‘De geur van kolen’ in haar musea te staken en openlijk te verklaren dat zij vindt dat Van Grunsven in de oorlog aan de goede kant stond. Ik vraag haar eigenlijk om het oordeel van de Zuiveringscommissie uit 1946 te onderschrijven en onderstrepen. En niet alleen dat van de Zuiveringscommissie. Ook de mensen in de gemeente Heerlen, waaronder de joodse exploitant van de Hollandia bioscoop, de heer Hirschberg, wiens broer in de oorlog in een kamp werd vermoord, spreken na de bevrijding vol waardering over hun burgervader. Waarom kan de gemeente Heerlen dat nu niet? Toe het boek van Dohmen verscheen gingen er in de gemeenteraad en het college wel meteen stemmen op om het Van Grunsvenplein te hernoemen.
Ik verwijt de gemeente al jaren dat zij niet voor haar oud-burgervader kiest. Wat daarnaast steekt is dat zij wel goede sier met Van Grunsven maakt als vormgever van de stad en als beschermheer van architect Frits Peutz. De argumentatie van de gemeente Heerlen om niet aan mijn verzoek te voldoen is tweeledig.
Ten eerste zegt zij geen boeken te willen verbieden. Ze willen geen censuur toepassen.
Dat vraag ik ook niet. Ik vraag wel om ‘De geur van kolen’ niet meer namens de gemeente te verkopen, omdat in het boek aantoonbare leugens over de oud-burgemeester staan. Dat is geen censuur, dat is een keuze. Als ik een eco-boekhandel heb, verkoop ik geen kookboeken waarin vleesrecepten staan. Pas ik dan censuur toe, omdat ik vind dat die boeken niet in mijn winkel passen? Ik dacht het niet. Ik maak een keuze die bij mij past, waarin ik geloof.
Ten tweede vindt de gemeente het een discussie onder historici. Het is niet aan haar om daarin stelling te nemen.
Een vreemde houding. Niet alleen omdat het tot tegenstrijdig handelen van de gemeente leidt (het graf van een collaborateur tot monument benoemen of helpen de naam van een ‘goede’ burgervader te besmeuren), maar ook omdat niet consequent is. Voor Wiel Knipa kwam er geen standbeeld, omdat hij een fout oorlogsverleden bleek te hebben. Daar nam zij wel stelling. Bovendien: Als dat wat Joep Dohmen over Van Grunsvens rol in de Tweede Wereldoorlog schrijft door de gemeente wordt geaccepteerd, waarom is het graf van Van Grunsven dan een gemeentelijk monument? Betalen wij belasting voor het onderhoud van het graf van een collaborateur? Misschien wil de gemeente in het kader van het cultureel erfgoed dan ook het graf adopteren van de op de Molenberg door het verzet geëxecuteerde NSB-er Raven. Hij ligt op nog geen 10 meter afstand van de laatste rustplek van Van Grunsven.

Vanwege deze ‘slappe hap’ en de weigering van de gemeente Heerlen de naam van Van Grunsven grondig en openlijk te ‘zuiveren’, hebben Roel Leers en ik dit twee jaar geleden op ludieke wijze gedaan. We hebben zijn graf gepoetst, ‘gezuiverd’. Dat was ook hoognodig. Het mag dan een gemeentelijk monument zijn, maar dat is slechts een etiketje. Het betekent niet dat er geld voor is. Er wordt dan ook geen onderhoud gepleegd.
We plaatsten onze ludieke actie toen op FB en hoopten dat de gemeente onze hint zou oppakken. Vorige jaar gebeurde er echter niets. Zelfs het gemeentelijk monument af en toe laten poetsen door de mannen van de begraafplaats is blijkbaar te veel gevraagd. Vandaar dat we ook dit jaar weer aan ‘het zuiveren’ zijn gegaan. Nu onder het toeziend oog en met helpende handen van enige belangstellenden.
Deze keer zal ik de gemeente de link van deze post toesturen. Daarmee herhaal ik feitelijk mijn verzoek. Daarnaast adviseer ik zowel het College als de raad beide boeken te lezen (in 2014 hebben alle toenmalige raadsfracties en het college een exemplaar van ‘Eindelijk een echte burgemeester’ van mij persoonlijk gekregen), zodat niet een ambtenaar op basis van enkele samenvattingen, horen zeggen of weet ik wat voor incomplete informatie mij een antwoord stuurt, maar zij zelf zien dat Van Grunsvens houding tijdens de Tweede Wereldoorlog bewonderenswaardig was. Het past dus in het geheel niet om nog langer via de gemeente, die hij zo lang en goed heeft gediend, smadelijke onwaarheden over hem te laten verspreiden.
Marcel Put
Als u ook vindt dat de gemeente het graf van oud-burgemeester Marcel van Grunsven moet onderhouden, stuur dan een korte mail naar de gemeente. Het adres is:
Mijn suggestie voor de tekst (om het u makkelijk te maken)
Geacht College van B&W,
Gezien de vele verdiensten van burgemeester Marcel van Grunsven voor de gemeente Heerlen en het feit dat u het graf van hem en zijn vrouw tot gemeentelijk monument heeft verklaard, vragen wij u om ervoor te zorgen dat zijn laatste rustplaats er ook netjes bij ligt.
Bij voorbaat dank,
Uw naam.
Alvast bedankt
Mochten onze inspanningen toch niet helpen, gaan wij volgend jaar gewoon weer aan de slag. Nu was er een fotograaf ter plekke. Dan misschien wel Hart voor Nederland of Kanniewaarzijn, want dat programma gaat ook weer van start. Ik houd je op de hoogte, maar zet voor de zekerheid maar alvast in je agenda: zondag 31 mei 2026, 12.00 zuiveren graf burgemeester Van Grunsven, begraafplaats Akerstraat. Daarna frühshoppen bij Café Pelt.

Comentarios