top of page
Homepage modder.jpg
  • Foto van schrijverouweleem

Wenns doe mich versjtees, dan kal ich plat tege dich


Heëlesj Leësplenksjke

‘Steeds minder kinderen spreken het Limburgs dialect. Uiteindelijk zal ‘het plat’ een stille dood sterven’. Ruim een maand geleden uitte Landgravenaar Wim Smeets deze zorg. Ruim zestig jaar geleden is eenzelfde geluid te vinden in een van de voorgangers van De Limburger. Het Limburgs Dagblad kopt op 7 april 1962:

 

Het Heerlens dialect gaat in de toekomst verdwijnen


Hier volgt mijn herschreven versie van het artikel:


Het sombere vooruitzicht komt voort uit een diepgaand taalkundig onderzoek van pater Joop Mittelmeyer. Hoewel een geboren en getogen Amsterdammer, met ouders uit het hart van de Jordaan, heeft Mittelmeyer een opmerkelijk inzicht in het 'Heëlesj plat'. Onlangs heeft hij dit dialect grondig onderzocht net als in steden als Maastricht en Roermond. Hij verwerkt ze in zijn doctoraalscriptie, die later als boek zal worden uitgebracht onder de titel "Taalkundige verhoudingen in de Limburgse steden".

 

De jonge pater is zowel student als leraar. Hij doceert Nederlands aan het seminarie van de Paters van de H. Geest in Weert. De pater bezocht alle scholen in Heerlen, waarbij hij via het onderwijzend personeel uitvoerige vragenlijsten door de kinderen liet invullen. Pater Mittelmeyer onderzocht de verhouding tussen het Heerlens dialect en het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). Is er sprake van een toename of afname van het dialect?

 

Het bleek dat slechts een schamele 25% van de bevolking in Heerlen nog dialect spreekt. Nog verontrustender was pater Mittelmeyers voorspelling voor de toekomst: "Het Heerlens dialect zal niet standhouden. Mijn persoonlijke indruk is dat de Heerlense woordenschat verdwijnt en dat over enkele decennia voornamelijk ABN wordt gesproken. Het 'Heerlens' zal een soort 'kleur' worden binnen het ABN, met een specifieke zangerige intonatie. Het dialect zal beperkt worden tot bepaalde wijken zoals Welten, Benzenrade, Heerlerbaan en Heerlerheide. De kern van deze wijken zal trouw blijven aan de oude taal.”

 

Een andere opmerkelijke bevinding van pater Mittelmeyer en tevens een onderliggende oorzaak voor het verdwijnen van het ‘Heëlesj plat’ was dat de Heerlenaar gemakkelijk overschakelt naar andere dialecten. "Hij past zich snel aan. Hij spreekt Sittards met een inwoner van Sittard, Maastrichts met een Maastrichtenaar en zal niet eens overwegen om iemand die hem in het Nederlands aanspreekt, in het dialect te antwoorden." Uit het onderzoek van de pater blijkt dat de Heerlenaar niet erg honkvast is in zijn dialect. Het Heerlens dialect is ‘zwak’ en kan niet opboksen tegen grotere dialecten zoals het Maastrichts. Zelfs in gemengde huwelijken verliest het Heerlens dialect terrein, aldus Mittelmeyer.

 

Een ander opmerkelijk feit is het ontbreken van een 'tweede laag' in het Heerlens dialect, zoals in andere steden, waar een duidelijk onderscheid is tussen het gewone dialect en de meer volkse uitspraak. Heerlen kent dit verschil nauwelijks vanwege het gebrek aan duidelijk onderscheiden probleemgezinnen, wat verklaart waarom deze tweede laag ontbreekt.



 

Dit zijn slechts enkele conclusies van pater Mittelmeyer. Het lot van het Heerlens dialect ligt in handen van de Heerlenaren zelf. Hoeveel waarde hechten zij nog aan hun dialect? Het lijkt erop dat het dialect nauwelijks meer wordt gesproken onder vrienden, familieleden en in huiselijke kring, maar al helemaal niet meer tegen hun kinderen. Dit wordt gerechtvaardigd met het excuus: "Waar moeten ze anders Nederlands leren?" In gezelschap waar Nederlands wordt gesproken, schakelt men direct over naar die taal, waarbij men zich verschuilt achter het excuus van beleefdheid. Dit lijkt echter eerder op lafheid, schaamte en zelfs snobisme. Een onbewuste angst om als 'achterlijk' te worden beschouwd door mensen uit het noorden. De Heerlenaar wil laten zien dat hij weet hoe het hoort, dat hij ABN kan spreken. En hoe! Vaak is het ronduit komisch!

 

Het is opvallend dat de trots van de Heerlenaar niet zozeer ligt in de culturele rijkdom van zijn stad, ondanks de rijke geschiedenis en het bloeiende verenigingsleven. Er lijkt een gebrek aan verbinding tussen het nieuwe en oude Heerlen. Terwijl andere Limburgse stadsdialecten stand weten te houden, nadert het einde van het Heerlens dialect snel. Dit verlies lijkt te wijten aan de vestiging van de mijnindustrie en de komst van vele buitenstaanders, waardoor Heerlen zijn eigenheid heeft verloren en nu een nogal onduidelijk 'kosmopolitisch masker' draagt.


Hoewel dit een bittere realiteit is, is het misschien geruststellend dat dit kosmopolitische gezicht juist karakteristiek is voor Heerlen. Het biedt op taalkundig gebied nog steeds een onderscheid met andere Limburgse gemeenten.

 

Finn Heuts en zijn scriptie over het Limburgs dialect (Bron: L1, Riël Linssen)

Uitgekomen voorspelling?

 

Ook anno 2023 zijn geluiden als die van pater Mittelmeyer te horen. De Brunssumse scholier Finn Heuts schreef er een met een tien beoordeelde scriptie over: Van doeëd dialek bis stjandaardsjproak. Daarin concludeert hij niet alleen dat van de jongeren nog slechts de helft ‘plat kalt’, maar breekt hij ook een lans voor het behoud van het dialect. Dit laatste onder andere door de scriptie in het Brunssums/Heerlens dialect te schrijven.

 

Het lijkt met de ‘bittere realiteit’ van Mittelmeyer en het Limburgs Dagblad en ook met de zorgen van Heuts nogal mee te vallen. Ten eerste omdat de cijfers die Heuts presenteert veel rooskleuriger zijn dan wat Mittelmeyer 61 jaar geleden voorspelde. De pater meende immers dat het Heerlens dialect nu niet meer zou bestaan. Ten tweede omdat er de afgelopen jaren tal van initiatieven zijn genomen die het Heerlens dialect weer op de kaart en onder de mensen hebben gebracht, ook bij jongeren. Heuts’ scriptie is daar een eerste voorbeeld van. Daarnaast geeft Esther van Loo al sinds 2019 drukbezochte cursussen Heëlesj plat voor beginners en gevorderden. In 2020 verscheen het nieuwe Heëlesje Leësplenksjke van Veldeke Heerlen en het jaar daarop een Heëlesj kwartetspel, ontwikkeld door Esther van Loo. Op de zandkleurige muren rond het nieuwe gemeentekantoor staan drie teksten in ‘ut plat’ en ikzelf heb ons college en de raadsleden getrakteerd op twee dialectbrieven op rijm, namens d’r Kuëb va Heële. Enkele dagen geleden bracht De Puzzelprins de puzzel ‘Hendig Heerlen’ op de markt met een begeleidend boekje waarin diverse Heerlenaren iets schreven over hun stad. De tekst was zowel in het Nederlands als in het dialect afgedrukt. En dan heb ik het nog niet over het Heëlesj Woadbook (sinds 2000) en al de vasteloavesleëdjes die elk jaar worden geschreven en buutten die worden gemaakt, door jong en oud.


Linksboven: Esther van Loo met enkele kaarten van het Heëlesj Kwartet. (Bron: Frisse Wind)
Onder: puzzel Hendig Heerlen en begeleidend boekje (Bron: Facebook, De Puzzelprins)

 

Het blijkt dat de toekomst van het dialect even lastig te voorspellen is, es wie ‘t Heëlesj plat te sjpelle is. Ozze mòddersjproak leëft, net zo wie we, in navolging van het illustere trio Demi-Sec, nog ummer Algemeen Besjaafd Heerles doen sjpreke en we kosmopolitisch zijn door de diverse nationaliteiten en vreemde talen in onze stad.

Mer wenns doe mich versjtees, dan kal ich plat tege dich!


Marcel J.M. Put




137 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page