top of page
Homepage modder.jpg

31 januari 2022

Waar_2022_12_05_Romeinse_Zuil_D.JPG

Aanwijzing 1: Deze windvaan heeft te maken met de persoon waarover deze week, week 5, in de kalender een verhaal staat.
Aanwijzing 2: De windvaan siert bedreigd cultuur-historisch erfgoed.

31 januari 2022

De Eerste Stap

Het detail, de windvaan, is te zien op het torentje van een woonblok aan het Pastoor Röselaersplein in Hoensbroek. Te zien zijn (helaas in spiegelbeeld) de ‘D’, een ‘1’ en een ‘S’. De Eerste Stap. Waarvan?
De eerste stap om Limburg te behouden voor het katholieke geloof, dat zouden de 100 nieuwe arbeiderswoningen in Hoensbroek zijn. Dat was het plan van monseigneur Henri Poels, aalmoezenier van sociale werken in de Mijnstreek. De ontwikkeling van de landelijke regio naar een industriestreek, door de komst van de mijnbouw in gang gezet, moest worden gestuurd. Situaties zoals in het Ruhrgebied en in de Borinage waar arbeiders en hun gezinnen dicht op elkaar in krotten leefden, dienden te worden voorkomen. Alleen dan zou het socialisme geen kans krijgen en kon de streek worden behouden voor het katholieke geloof. Goede huisvesting was een cruciaal onderdeel in dat plan. De mijnondernemingen zelf schoten in dat opzicht tekort. Gelukkig bood de Woningwet van 1901 de gelegenheid om via de gemeenten geld bij de rijksoverheid te lenen om woningen te bouwen. Er werden woningbouwverenigingen opgericht die als opdrachtgever, beheerder en na afbetaling van de geleende gelden ook als eigenaar zou optreden. Om katholieke initiatieven voor woningbouw te ondersteunen en zo makkelijker te maken richtte Poels ‘Ons Limburg’ op, een koepelorganisatie voor katholieke woningbouwverenigingen. ‘Ons Limburg’ bundelde kennis en kon ook administratieve ondersteuning bieden. Kort daarna zag ook de grondmaatschappij ‘Tijdig’ het levenslicht. Zij kocht de grond waarop de arbeidershuizen gebouwd werden en was bedoeld om speculatie tegen te gaan.

De eerste woningbouwvereniging die zich bij ‘Ons Limburg’ aansloot was ‘Hoensbroek’, in 1911 opgericht onder leiding van pastoor Röselaers. Net als Poels was Röselaers naar de ontluikende mijnstreek gehaald om te voorkomen dat het socialisme het katholicisme zou verdringen. De nieuwe Hoensbroekse zielenherder ging voortvarend te werk. Binnen een half jaar na de oprichting van ‘Hoensbroek’ overtuigde hij de gemeenteraad bij het rijk een lening van 220.500 gulden aan te gaan voor de bouw van 100 arbeiderswoningen. Een jaar later kwam kardinaal Van Rossum een gedenksteen leggen bij de ingang van de in aanbouw zijnde woonwijk. Ook gaf hij zijn zegen over het project, genaamd De Eerste Stap. Dat de hoogste Nederlandse katholieke geestelijke dit deed gaf het belang van de onderneming aan. Er zouden nog vele duizenden ‘katholieke’ woningen volgen.

Archaeological_site_of_the_Thermenmuseum,_Heerlen_01.jpeg
De beroemde boog van De Eerste Stap, die helaas al is verdwenen. De fotograaf kijkt vanaf de Slakkenstraat over de Van Rossumstraat naar het Röselaersplein. Rechtsboven is het klokkentorentje met de windvaan nog net te zien. Deze foto is uit 1913. Bron: Ons Limburg

De Eerste Stap werd ontworpen door Jan Stuyt. Deze Noord-Hollandse architect (geboren in Purmerend) werkte samen met Pierre Cuypers, katholiek kerkenbouwer en vooral bekend van het Rijksmuseum en het Centraal station in Amsterdam. Poels had hem voorgedragen. Naast zijn geloof en verbinding met de ‘grote’ Cuypers zal ook zijn belangstelling voor de ‘tuinstad’ hem in Poels’ ogen een geschikte kandidaat gemaakt hebben. Een belangrijk element in het tuinstad-bouwen was dat woningen omgeven werden door voldoende groen, zowel openbaar als particulier. Ieder huis moest dus een tuin krijgen. Dit sloot deels aan bij het plattelandsleven van de regio en zorgde ervoor dat de mijnwerkers na hun werk aan huis buiten konden zijn. Ook kon een deel van het eigen eten worden verbouwd en dieren worden gehouden. Stromend water, een riool en elektriciteit waren er in de huizen van De Eerste Stap nog niet. Maar dat was in 1913 heel gewoon. De huizen voldeden aan de door de Woningwet gestelde eisen. Stuyt voegde wel andere dingen toe, die de leefomgeving verfraaiden zoals het klokkentorentje, de ingangspoort, ruitbetegeling op blinde muren en negen fraaie huisjes voor de evenzovele waterpompen. En natuurlijk was er veel groen.
Dat De Eerste Stap geen garantie was voor een brave katholieke bevolking bleek toen de Limburger Koerier van 14 september 1916 berichtte dat ‘Ongeveer een dozijn personen uit de woningen, genaamd ,,Eerste Stap”, - welke kolonie van lieverlede om veelvuldige smokkelaffaires eene ongewenschte vermaardheid begon te krijgen (…)’ door de commandant van het leger was uitgewezen.
De naam De Eerste Stap werd overigens niet echt gangbaar. In de volksmond werd de wijk De Slak en later Slakhorst genoemd, omdat hij was gebouwd in het gebied dat Slakkenbeemden heette en hij begin jaren twintig met de wijk Horst werd uitgebreid.

Anno 2022 worden De Eerste Stap en de Horst bedreigd met sloop. Alhoewel er in hun meer dan 100-jarig bestaan regelmatig aanpassingen zijn gedaan, voldoen de huizen niet meer aan de tegenwoordige eisen. Bovendien verkeren ze in een slechte bouwkundige staat. Eigenaar, gemeente, bewoners en beschermers van cultuur-Historisch erfgoed staan voor de moeilijke opgave om een manier te vinden waarbij de huidige bewoners een goede, betaalbare woning terugkrijgen, recht wordt gedaan aan het oude karakter van de wijk en zoveel mogelijk behouden blijft. Misschien kan in ieder geval het blok met het torentje worden behouden en worden gebruikt als ‘kolonie-museum’. Dat is nodig, want ik ontdekte bij het schrijven van dit stukje dat ‘Ons Limburg’ zelfs nog geen eigen Wikipedia-lemma heeft.
Laten we niet dezelfde fout maken als in de jaren zeventig en tachtig, toen we snel van ‘zwart naar groen’ wilden en ons achteraf realiseerden hoe daardoor een deel van ons verleden was vermorzeld.

Meer lezen:
https://openmonumentendagheerlen.nl/omdh/kolonie-slak-horst/

https://www.1limburg.nl/sloop-dreigt-voor-hoensbroekse-mijnkolonie?context=default

DSC_0163.JPG
Links het getekende situatieplan van De Eerste Stap. Het laantje met de bomen beneden is de Slakkenstraat. Van daaruit lopen twee straten paralel aan elkaar . Derechtse is de Van Rossumstraat, de linkse de Boshouwersstraat. Aan het einde van de Van Rossumstraat ligt het Röselaersplein. De verbindingsstraat van dit plein met de Boshouwerstraat is de Poelsstraat. Daar waar beide straten elkaar ontmoeten begint de Stuytstraat. Het is opvallend dat al deze heren al bij leven met een straatnaam geëerd werden voor hun betrokkenheid bij dit project. Hieronder de plattegrond van de woningen. Bron voor beide: Digitaal Museum voor de Volkshuisvesting, http://www.iisg.nl/volkshuisvesting/p21f55.html
DSC_0164.JPG
bottom of page