1. Dit detail hoort bij het woonhuis van Heerlens tweede burgemeester. 2. Het huis is verbonden met het onderwerp van de historische kalender van deze week
Vijzels en vertalers
Dit detail is te vinden boven de deur van het zogenaamde Huis De Luijff aan het Wilhelminaplein 24 in het centrum van Heerlen. De naam verwijst naar de luifel van het van oorsprong de 17e eeuw woonhuis. Deze is echter bij een verbouwing verloren gegaan. De huidige voorgevel met de tweede verdieping is van omstreeks 1815. Deze ingrijpende verbouwing werd uitgevoerd in opdracht Albert Schultze, apotheker en van 1818 tot 1820 ook burgemeester van Heerlen. De sluitsteen met de vijzel boven de voordeur verwijst naar zijn beroep, waarbij de vijzel werd gebruikt om ingrediënten tot poeders te vermalen. Na Schultzes dood in 1828 kwam het huis in het bezit van respectievelijk de families Stollé-Kemmerling en Preusser-Stollé. Daarom wordt dit huis ook soms ‘huis Preusser’ genoemd. De ongehuwde zussen Maria Victoria en Emilie Preusser verhuurden een deel van het pand in het begin van de 20e eeuw aan de Vereniging ter behartiging van de belangen van de Particuliere Mijnen (kort ‘Mijnvereniging’ genoemd), die er kantoor hield.
Huis De Luijff gezien vanaf de Bongerd. 1899. Foto: Velocitas
Toen de dames Preusser kort na elkaar overleden kocht de Mijnvereniging het pand in 1921. Na de Tweede Wereldoorlog gingen de particuliere en de staatsmijnen meer samenwerken. Daarvoor werd de organisatie Gezamenlijke Steenkolenmijnen in Limburg (GSL) opgericht. Zij nam het pand Huis De Luijff in 1959 over en liet er een nieuw kantoorpand achter bouwen. De nieuwbouw was een ontwerp van de architect Gerard Holt, de man achter het Heerlense Promenade-plan. Naast kantoor, archief- en opslagruimte kwam er een vergaderzaal voor maximaal 35 personen met drie cabines voor de vertalers*. Sinds de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) in 1951 werd er immer steeds meer op internationaal niveau overlegd. De Mijnindustrieraden van de partnerlanden vergaderden eens in de zoveel tijd in Heerlen. Door de ontmanteling van de Limburgse mijnindustrie nam ook het personeelsaantal van GSL af. Het pand aan het Wilhelminaplein werd te groot. In 1969 verhuisde de organisatie. Een jaar later kocht de gemeente Heerlen het complex en huisvestte er de Muziekschool. Sinds 2010 is Huis De Luijf het Toon Hermanshuis Parkstad, een ontmoetingsplek voor iedereen die, direct of indirect, te maken krijgt met kanker. De moderne aanbouw van Holt werd een bedrijfsverzamelgebouw, het Bètahuis. Tellen we boerenhoeves en kasteeltjes niet mee dan is Huis De Luijff waarschijnlijk het oudste woonhuis van Heerlen.
Tot slot: Dit is niet het eerste artikel over Huis De Luijff. De meeste, en ook dit, bevatten doorgaans dezelfde informatie. Om het gevaar in te dammen dat mensen van elkaar over schrijven zonder zaken te controleren, meld ik hier twee zaken (van sommige andere heb ik, na controle, in mijn tekst al een verbetering opgenomen). Ten eerste betreft dit de naam. Als het verhaal over de luifel klopt moet het huis voor de verbouwing ook al zo geheten hebben. Het is niet logisch een huis De Luijff te noemen als de luifel nu net datgene is dat ontbreekt. Ik heb niet kunnen controleren of het huis voor de verbouwing deze naam had, omdat de archieven gesloten zijn. De oudste bron die ik gevonden heb is een artikel in het Limburgs Dagblad van 24 mei 1960. Zie foto rechtsbeneden. Het tweede was voor mij een belangrijke reden om over dit pand te schrijven. Er is namelijk het verhaal de wereld in geschreven (o.a. bij Heerlen Vertelt) en ik heb het ook al twee keer horen vertellen, dat er in de vergaderzaal van de moderne aanbouw, nu Bètahuis, een voorvergadering van de EGKS zou hebben plaats gehad. Dat klopt niet. De EGKS werd in 1951 opgericht. De vergaderzaal werd pas in 1960 opgeleverd. Ik zou graag willen dat Heerlen een belangrijke rol had gespeeld bij de Europese eenwording, maar dat is helaas niet het geval. Ik weet, we zijn Winkbülle, maar laten we het niet overdrijven.
*De EGKS bestond uit België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland. In deze zes landen werden vier talen gesproken, zodat men steeds drie vertalers nodig had.
Links: ontwerptekening van G. Holt voor de nieuwbouw achter Huis De Luijff, 1960. Hieronder: Artikel uit het Limburgs Dagblad van 24 mei 1960. Daarin staat de mij oudst bekende uitleg over de oorsprong van de naam van het huis. (Kanttekening: door de Covid-19 maatregelen heb ik geen archieven kunnen bezoeken, dus misschien zijn er nog oudere 'gewone' woonhuizen in Heerlen)