Het voormalig hoofdkantoor van Staatsmijnen/DSM aan de Heerlense Van der Maesenstraat, door veel mensen 'de (witte) boerderij' genoemd. Limburgs Dagblad, 8 oktober 1982.
Help! Historisch Heerlen wordt steeds verder ondermijnd. Het Verhaal van Heerlen wordt verhaspeld, vervuild en ondergraven. Steeds vaker duiken er historische gegevens en verhalen over Heerlen op die niet kloppen. En niet in obscure geschiedenisboekjes en -hoekje. Nee, open bloot, gefaciliteerd door onkundigen en charlatans, die de geschiedkundige nonsens ook nog als ’het Verhaal’ aanprijzen en verkopen. Zo heeft volgens deze figuren Heerlen in de Tweede Wereldoorlog een foute burgemeester gehad (tegen wie vreemd genoeg collaborateurs en NSB-ers na de bevrijding klachten indienden); vond een oprichtingsvergadering van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in 1951 in Heerlen plaats (in een pand dat pas in 1960 werd gebouwd); verdienden mijnwerkers in de jaren vijftig zo goed dat hun vrouwen bontjassen van 1500 gulden droegen (waarde in koopkracht nu bijna 6.000 euro) terwijl ze ook tien tot vijftien kinderen moesten verzorgen; was de in 1903 aangelegde Oranje Nassaustraat de hoofdstraat van Heerlen voor de komst van het spoor (in 1896).
De verantwoordelijken voor dit soort fratsen geven geen verantwoording voor hun beweringen en nemen het dientengevolge niet zo nauw. Soms gebeurt dit bewust. Dan is het nep nieuws. Andere keren is het gewoon luiheid of onkunde. Iets opzoeken of iemand vragen kost te veel tijd. Bovendien: wie controleert het?
Nou, ik bijvoorbeeld. Uit nieuwsgierigheid, omdat ik het leuk vind, door mijn ervaring en omdat ik als historicus een hekel heb aan mensen die menen het verleden naar hun hand te kunnen zetten en het (zo) te kunnen misbruiken. Iedereen maakt fouten. Dus dat is niet erg. Maar blunders, verzinsels, nep-nieuws stel ik aan de kaak. Dan voer ik een flinke tackle uit, hopelijk op de bal. Gebruik ik humor of ben ik sarcastisch. Een enkele keer ga ik er met gestrekt been in, maar ik kan ook doorvragen.
Dat laatste is nu het geval en ik vraag het aan u. Het gaat over ‘het mysterie aan de Van der Maesenstraat’: Sinds wanneer wordt in Heerlen het oude hoofdkantoor van Staatsmijnen/DSM ‘de (witte) Boerderij’ genoemd?
Volgens mij gebeurde dat voor het eerst vlak voor de sloop, in de zomer van 1982. Ik zal dat hieronder aannemelijk maken. Ik heb echter geen absolute zekerheid. Daarom is mijn vraag aan u: Heeft er iemand bewijsmateriaal, anders dan zijn/haar geheugen, waaruit blijkt dat het hoofdgebouw van Staatsmijnen/DSM-hoofdkantoor al voor 1982 ‘de boerderij’ werd genoemd?
Uit mijn onderzoek in oude kranten blijkt dat de naam ‘boerderij’ voor het DSM hoofdkantoor voor het eerst wordt gebruikt in het Limburgs Dagblad van 24 juni 1982. De journalist van dienst schrijft dat de secretaris van de Heerlense IVN (Instituut voor Natuurkundige educatie) mevrouw J. de Hoen, tijdens een commissievergadering aangeeft dat haar organisatie er grote moeite mee heeft dat het gebouw, beschreven als ‘de zogenaamde boerderij’ eventueel wordt gesloopt. Of zij het over ‘de boerderij’ heeft is niet duidelijk. Zo ja, dan is mevrouw de Hoen mogelijk de oudste bron die de term publiek maakt. Zo niet dan gaat de eer naar de (onbekende) journalist.
Drie maanden later, in oktober 1982, verschijnen er een aantal artikelen over de mogelijke aankoop (door de gemeente) en sloop van het gebouw. Daarin valt steeds de term ‘de boerderij’, soms zelfs met de bijvoeging ‘witte’. Ook staat er altijd bij dat dit gebouw aan de van der Maesenstraat ligt en/of het oude hoofdkantoor van DSM is. Toevoegingen die, als dit pand in de volksmond toch zo heette, in mijn ogen volslagen overbodig zouden zijn. Als er vroeger over ‘de Lange Jan’ of over ‘het Glaspaleis’ werd gesproken wist iedereen waarover het ging. De toevoegingen, de kleinste van de lange torens van de Oranje Nassau mijn I of het warenhuis van Schunck aan de Markt waren niet nodig. Dat de krant die uitleg voor ‘de boerderij’ er wel steeds bijschrijft is voor mij reden te twijfelen aan de bekendheid ervan. Misschien was de term ‘boerderij’ er wel, maar werd die slechts in een ‘volksmondje’ gebruikt, dat wil zeggen door een heel klein aantal mensen.
Maar hoe komen we dan aan die naam? Net als bij de meer recente ‘historische zaken’ in Heerlen is ‘de boerderij’ vermoedelijk een bedenksel van Nic. Tummers. Hij is ook de geestelijk vader van de term ‘carboonkolonisatie’ en van de bewering ‘Heerlen werd gebombardeerd en Maastricht kreeg het wederopbouwgeld’ (naar aanleiding van de mijnsluitingen en de herstructurering).
De aanwijzing voor dit vermoeden is een artikel uit de Volkskrant van 1974, getiteld: ‘Mijnen als monument de moeite waard’. Leon Tans schrijft over een gesprek met Nic. Tummers en diens streven om ‘de meest sprekende staaltjes van bovengrondse mijnbouw’ te behouden. Daartoe hoorde volgens Tummers ook ‘het paleisachtige hoofdkwartier van Staatsmijnen in Heerlen’. Vervolgens schrijft Tans: ‘Dit zijn niet de woorden van Tummers. Ze staan in een zeer recente Engelse publikatie over industriële archeologie in West-Europa. Bedoeld werd in dit geval het verreweg oudste deel van het hoofdbureau van DSM, dat maar weinigen nu nog mooi vinden, maar waarvan niemand mag ontkennen dat het wel ,,iets” heeft, als is het dan maar van het voorfront van een kolossale goed onderhouden boerderij’.
Tans bedenkt dus de typering. Vervolgens ’duikt ze onder’ (zelfs in de Inventarisatie Mijnmonumenten wordt ze niet gebruikt), om in 1982 weer boven water te komen als er over het behoud van het DSM-pand moet worden beslist. Een proces waarbij Nic. Tummers nauw betrokken was. Het ligt voor de hand te denken dat Nic. Tummers deze typering bij de krant heeft gedropt. Doordat de krant de bijnaam zo gretig oppakt en herhaalt vindt hij weerklank in de samenleving. Veertig jaar later denken velen daarom dat die naam er altijd al is geweest.
Kunt u mijn theorie te ontkrachten? Heeft u bewijsmateriaal, anders dan uw geheugen, waaruit blijkt dat het hoofdgebouw van Staatsmijnen/DSM-hoofdkantoor voor 1982 al ‘de boerderij’ werd genoemd? Ik hoop van u te horen/lezen. Stuur een mail naar info@ouweleem.nl. We maken de geschiedenis van onze stad immers samen.
Marcel J.M. Put
Comentários