18 feb. 1949
De eerste prinses carnaval in Heerlen
Tot aan de Tweede Wereldoorlog was in Heerlen carnaval vieren feitelijk verboden. Tot 1928 mocht je niet verkleed, geschminkt of met een masker op over straat lopen. In de periode daarna nam niemand het op zich om, zoals de burgemeester had geëist, een vereniging op te richten die het carnaval behoorlijk zou organiseren. Uitzondering was de Heerlerheide (zie het verhaal van D’r Witzige Winkbuul, het Kalenderverhaal van week 3 https://www.ouweleem.nl/news/d'r-witzige-winkbuul ) Veel van de ‘vasteloaves-spass’ speelde zich dan ook binnenskamers af. Van een echt stadscarnaval was geen sprake.
Na de oorlog kregen steeds meer Heerlenaren ‘carnavalskoorts’. Uit de Heerlense Rij- en Jachtvereniging ontstond in 1947 de Heëlesje Vasteloaves Verein De Winkbülle. In 1948 organiseerden zij hun carnavalsbal in Het Kegelpaleis. Het begin van een lange traditie.
Nu er steeds meer mensen carnaval vierden werd het feest ook voor de pers interessant. Het Limburgs Dagblad stuurde in februari 1949 haar reporter met de sterkste lever, hardste stem en meest vergevingsgezinde vrouw op pad. Op 19 februari ging hij naar café Schiffers aan de Saroleastraat. Na een maand elk weekeinde carnavalsdienst ‘houw heë de kneup aaf’ (was hij doodmoe). Enigszins moedeloos stapte hij naar binnen om de zoveelste prins te ontmoeten. De dertiende in een dozijn. Hij werd ontvangen door het gezelschap van de ‘Mestreechse Club’, een groep mensen uit de Limburgse provinciehoofdstad die in Heerlen verzeild waren geraakt en carnaval op ‘Mestreechse wijze’ vierden.
De reporter begon zijn relaas zeer sceptisch, maar al snel veranderde zijn toon: ‘Zaterdagavond plotseling van aangezicht tot aangezicht gesteld te worden tegenover een …. Prinses Carnaval. Het is ons (…) overkomen. We grepen naar onze notitie-bloc en namen haar staande een interview af. Welk een Limburgse charme, welk een eenvoudige levenswijze, welk een simpel regeringsprogram.’ De naam van deze carnavals vorstin: Mietske I. Zij was vrijwel zeker de eerste zelfstandige prinses carnaval van Heerlen en van de Oostelijke Mijnstreek. Maar zij regeerde wel alleen in Café Schiffers en over de leden van de Mestreechse Club. De eerste prinses die tijdens carnaval over een gemeente heerste was mejuffrouw Jeanne Klinkers. In 1951 regeerde zij als vasteloaves-vorstin over het Pottentoate-rijk van Beek. Ze bleef een witte raaf. Haar opvolgers waren allemaal mannen. Ook in andere gemeenten bleef de prins favoriet. Wat wel veranderde was de deelname van vrouwen aan het zottenfeest. De oorzaak voor die verandering lag in Den Haag.
In 1955 hadden de Katholieke Arbeiders Vrouwen (K.A.V.) van de afdeling Chevremont al een eigen Raad van Elf, ceremoniemeesteres, vrouwelijke buuttereedners en natuurlijk een prinses. Met carnaval gaven zij acte de présence bij hun zusterafdeling van Heerlerheide. De organisatie van dergelijke evenementen was echter altijd de verantwoordelijkheid van een man. Waarom? Vrouwen waren in Nederland ‘handelingsonbekwaam’. Dat betekende dat zij geen rechtshandelingen konden verrichten, dat wil zeggen contracten e.d. konden aangaan. Dit veranderde door de motie Tendeloo die op 13 september 1955 in de Tweede kamer werd aangenomen. Met ingang van 1 januari 1957 waren vrouwen handelingsbekwaam. Wel moesten getrouwde vrouwen hun echtgenoot als hoofd van het gezin erkennen en hem dus gehoorzamen. Het duurde tot 1971 voordat ook op dat vlak pas echt van gelijkheid sprake was.
De nieuwe wet zorgde ervoor dat vrouwen niet langer afhankelijk waren van mannen om carnaval te vieren zoals zij dat wilden. Ze hadden veel meer vrijheid en konden bijvoorbeeld zelfstandig een zaal huren en artiesten engageren. Vanaf 1957 werden er dan ook steeds meer ‘ Damensitzungen’ georganiseerd, kwamen er vrouwelijke raden van Elf en dus ook Prinsessen Carnaval.
Net als bij het organiseren van een carnavalsoptocht (voor het eerst in 1929 in Heerlerheide), ging ook hier Heerlen-Noord voorop. Alleen was het toen nog niet Heerlen-Noord, maar Hoensbroek. Nog voordat de wetswijziging in werking trad werd in Mariarade op 5 februari 1956 mevrouw Gordebeke uitgeroepen tot Prinses Miep I. Zij maakte haar entree in het gezelschap van elf hofdames en kwam letterlijk uit de lucht vallen. Prinses Carnaval, een geschenk uit de hemel.
Anno 2022 is de Prinses Carnaval dus nog steeds meer uitzondering dan regel. Damensitzungen zijn er echter in overvloed en het gaat er vaak nog heftiger aan toe dan bij de ‘Herren’ (heb ik van horen zeggen). De meer geëmancipeerde vasteloavend in Heerlen danken we aan Mietske va Mestreech, die iets deed dat nog nooit iemand in zijn hoofd had gehaald; aan de Katholieke Arbeiders Vrouwen van Sjevémet (Chevremont) die het model van een vrouwelijke Raad van Elf en Prinses in Heerlerheide introduceerden; aan Corry Tendeloo die met haar wetsvoorstel de deur naar zelfstandigheid voor vrouwen een heel stuk verder open zette en natuurlijk aan al die ‘vasteloaves-gekke vrouwluuj’ die vonden en vinden dat ze net zo veel recht op carnavalsplezier hebben als mannen en dat ook zelf willen en kunnen organiseren. En terecht.
Ik zou heel graag in contact komen met mensen die weten wie prinses Mietske I was. Ook ben ik op zoek naar meer informatie over de twee andere prinsessen, Jeanne Klinkers en Miep Gordebeke. Weet u iets over de ze drie dames of heeft een ander interessant verhaal over Vrouwen en Vastenavend stuur me een mail, info@ouweleem.nl Hartelijk dank.