6 mei 1949
Een waarschuwing uit het verleden?
'Ik verkoos de vrijheid' was de titel van een groot rood boek dat bij mijn ouders in de kast stond. Een van de weinige boeken. Misschien dat ik het me daarom zo goed herinner. Ik heb het nooit gelezen en jaren geleden zelfs weggedaan, omdat ik de betekenis ervan niet kende.
Gisteren, 5 mei, vierden we onze vrijheid. De vrijheid om te denken, zeggen, voelen en schrijven wat we willen. Voor de meesten van ons is die vrijheid zo vanzelfsprekend dat we de grenzen ervan vaak niet meer zien. Dat we vrijheid eisen in plaats van haar te koesteren en waar nodig voor haar te vechten, niet alleen voor onszelf, maar ook voor anderen. Je bent immers niet echt voor vrijheid als je die een ander niet gunt. Dan wil je een voorrecht. Dat is iets anders.
Vandaag, 6 mei 1949, 75 jaar geleden had Heerlen, samen met Maastricht en Groningen, de landelijke primeur voor de film ‘Het IJzeren Gordijn’. Deze film was gebaseerd op het leven van Victor Andrejevitjs Kravchenko. Alhoewel de Sovjet-Unie tijdens de Tweede Wereldoorlog een geallieerde bondgenoot was, liep Kravchenko in 1943 over naar de Verenigde Staten. Kort na de oorlog schreef hij zijn biografie met de titel ‘Ik verkoos de vrijheid’.
In de naoorlogse jaren verslechterde de relatie van het westen met de Sovjet-Unie, met in 1949 als voorlopig dieptepunt de blokkade van West-Berlijn. Op 5 mei was die al bijna een jaar oud. Het katholieke Limburgs Dagblad was stellig in zijn veroordeling en introduceerde de film als een ‘documentaire over de Russische gewetenloosheid’.
De krant was verbaasd over de noodzaak van een herkeuring door de Rijksfilmkeuringsdienst en vroeg zich af of men bang was op lange Russische tenen te trappen. Een indicatie voor dat laatste was de gewijzigde titel: Het IJzeren Gordijn in plaats van Ik verkoos de vrijheid, met als ondertitel Het geval Gouzenko. De krant kondigde verder aan Kravchenko’s boek als feuilleton te publiceren, niet vanwege de literaire kwaliteit, maar omdat er hier wordt ‘gevochten om het zijn of niet zijn der vrijheid in de wereld.’ Hetzelfde gold voor de bespreking van de film, want zo legde de redacteur uit: ‘Film en boek zijn hier maar middelen. Het boek is een ontstellend tijdsdocument, dat millioenen mensen de ogen geopend heeft voor realiteiten achter het IJzeren gordijn.’
In de film heeft de in de Russische ambassade in Canada werkende Gouzenko de opdracht de bondgenoot te bespioneren en de atoomgeheimen buit te maken. Op basis van zijn ervaringen in de Sovjet-Unie voor de oorlog besluit hij dit niet te doen en ‘de vrijheid te kiezen’. Kravchenko werkte op de ambassade in Washington toen hij overliep.
Toen een aantal Franse communisten Kravchenko op zijn getuigenis aanviel, haalde hij zijn gelijk via de rechter. Hij won en daarmee werd naast zijn boek ook de rechtszaak een eerste slag in het gezicht van de Europese communisten. Hadden zij vanwege hun rol in het verzet tegen de nazi’s direct na de oorlog nog op steun kunnen rekenen in de vorm van gekozen volksvertegenwoordigers, na 1949 verloren de westeuropese communistische partijen aan invloed.
Wat volgde was de Koude Oorlog, een periode van voortdurende spanning tussen het communistische machtsblok, onder leiding van de Sovjet-Unie, en de kapitalistische wereld aangevoerd door de Verenigde Staten. Een aantal keren leidde dit tot conflicten waarbij, met uitzondering van de Cuba Crisis, beide wereldmachten nooit direct tegenover elkaar stonden.
Maar er was sprake van voortdurende alertheid in het westen en het besef dat de vrijheid moest worden verdedigd. In de jaren tachtig werd de roep om een dialoog steeds sterker. Met de val van de muur en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en het Warschau Pact leek die roep succesvol te zijn. De voormalige communistische reus en zijn satellietstaten werden democratieën. Toen Rusland in handen van de georganiseerde misdaad dreigde te vallen, zette ene Vladimir Poetin gelukkig orde op zaken. Het duurde even voordat het Westen ontdekte dat zijn ambities niets met de omvorming van Rusland tot een sterke democratische staat te maken hadden. Poetin bleek een autocraat die droomde van een Groot Russisch rijk, een combinatie van tsarenrijk en Warschau Pact, die er ondertussen alles aan deed om het Westen te verzwakken. Een van zijn ‘wapens’ was het creëren van een ‘vijfde colonne’ die in het Westen voor chaos en verdeeldheid zorgt.
In 1949 was er in heel Europa een grote meerderheid die, ondanks de verdiensten van de communisten bij het verslaan van de nazi’s, Kravchenko geloofden en in de Sovjet-Unie de wolf in schaapskleren zagen. Anno 2024 worden verhalen over de ‘slechtheid’ van Poetins regime al jaren door Amerikaanse en Europese politici goed gepraat, laten de democratieën zich door ‘trollen’ uit elkaar halen en zijn er (mede daardoor) mensen die geloven dat zij onder het bewind van Poetin meer vrijheid hebben dan nu, omdat dan de vrijheid van andersdenkenden wordt beperkt, waarschijnlijk zelfs wordt afgenomen. Zij eisen vrijheid voor zichzelf en ontkennen die van anderen. Blijkbaar is er bij deze Poetin-aanhangers toch ook nog een flinke vleug communisme aanwezig, parallel aan de gelijkheid die George Orwell die in Animal Farm omschreef: All animals are free, but some are more free than others.
Over die vrijheid ging het gisteren dus niet. Vrijheid eis je niet, daar kies je voor. Net als Kravchenko. En niet alleen voor jezelf, maar ook voor anderen. Het lijkt alsof veel ‘vrijheidsstrijders’ dat zijn vergeten.