top of page
Homepage modder.jpg
  • Foto van schrijverouweleem

Graven op Vrieheide


Het zal rond 1975 zijn geweest toen we afscheid moesten nemen van ons overdekte voetbalveld. Onze tegen weer en wind bestand zijnde ‘grasmat’ lag onder het huis van mijn vriendje Rob. Hij woonde op de hoek Willemstraat/Eymaelstraat. In dat pand was een distributiecentrum voor rookwaren gevestigd. Robs vader was bedrijfsleider. Het huis had een enorme kelder. Daar lagen in schappen de dozen sigaretten, sigaren, shag en pijptabak. Tussen de stellingen speelden wij ‘blikjesvoetbal’. Het bedrijf werd verplaatst en Rob en zijn familie moesten verhuizen. Ze gingen naar de Marshallsingel, een straat waar ik nog nooit van had gehoord, maar waarvan ik vrij zeker was dat er geen huizen met zouden zijn met een kelder zo groot dat je er kon voetballen.


Voor mij als twaalfjarige leek de afstand tussen Schandelen, waar ik woonde, en Vrieheide, waar die voor mij onbekende Marshallsingel lag, enorm. Dat werd, denk ik, nog eens benadrukt door de totaal verschillende huizen die ik er zag. Ik woonde in een oude kolonie. Het huis van Rob was nauwelijks tien jaar oud. Als ik eraan terugdenk vond ik het vreemd, maar ook prachtig. Robs nieuwe huis had twee ingangen aan de voorkant. Een van de gang, waar je de fiets in kwijt kon en de gewone voordeur. In de hal was een open trap en heel veel licht dat van boven kwam. Achter de hal was een kamer. De keuken was op de eerste verdieping. Ze lag aan de voorkant en aangezien zij aan het eind van de doodlopende Marshallsingel woonden, zag je van aan de keukentafel alles wat er in de straat gebeurde. De woonkamer was in mijn ogen enorm en ook weer heel licht. Hetzelfde gold voor de slaapkamers op de tweede verdieping. Ik vond het een geweldig huis. Zeker toen bleek dat, als we via de benedenkamer door de tuin liepen, we op een grasveld uitkwamen waar je kon voetballen. Dat maakte veel goed voor de kwijtgeraakte kelder.


We fietsten ook door de wijk. Ik vond het leuk dat het er een beetje heuvelachtig was en dat de straten niet allemaal zo recht waren. Het was er ook al behoorlijk groen. En dan waren er natuurlijk die hele grote gebouwen: de twee torenflats, de watertoren en die rare blokkendooskerk met een losse toren en een groot plein. Alles was strak, wit en grijs. Het oogde als op een tekentafel bedacht en oogde voor mij erg nieuw. Het verschilde in alles van mijn Schandelen, dat sinds mensenheugenis min of meer organisch was gegroeid en waar al decennia mijnstof de zaken ietwat grauw hadden gemaakt. Ik vond Vrieheide prachtig. Het was alleen wel erg ver weg van alles wat ik kende.


Links: Ingang van het archief met het mozaïek van Libert Ramakers, voorstellende de intocht van Jezus Christus in Jeruzalem. Rechts: Het voormalige voorportaal van de kerk, nu ontvangsthal (foto: Ermindo Armino)


Tot 1980 ben ik nog vaak bij Rob op Vrieheide geweest. In dat jaar verhuisde hij terug naar Schandelen, waar mijn oude kolonie intussen was afgebroken en een nieuwbouwwijk was aangelegd. Ik ging in Utrecht studeren. Terug in Heerlen kwam ik vrijwel nooit meer op Vrieheide. Dat gaat nu veranderen. Ik moet er namelijk gaan graven. In een kerk nog wel. De Christus Koningkerk. Afgelopen week, op 11 januari 2023 om precies te zijn, werd daar, in het bijzijn van veel buurtbewoners, het nieuwe streekarchief geopend.


Na de Eerste Wereldoorlog werden voor de mijnwerkers van de Oranje Nassaumijn III de wijken Versiliënbosch en Vrieheide/De Stack gebouwd. Ze waren verbonden door de Anjelierstraat. Aanvankelijk vielen deze nieuwe buurten onder de zielzorg van het rectoraat Rumpen van de paters Lazaristen. Zij lieten in 1920 aan de Einderstraat een houten noodkerkje bouwen. Zeven jaar later was de tijd rijp om Nieuw-Einde, zoals de buurt werd genoemd, los te maken van het rectoraat Rumpen. Tegelijkertijd werd tussen de twee wijken aan de Anjelierstraat de eerste steen gelegd voor de eigenlijke kerk. Ze kreeg de naam Christus Koning en was de eerste kerk in Nederland met deze naam. Hij was afkomstig van het feest gehouden op de laatste zondag voor de advent, dat in 1925 door de paus werd ingesteld. Doel van het Christus Koning-verhaal was nadruk te leggen op het koningschap van Jezus Christus over de hele wereld en dat de katholieke godsdienst daarom overal in het openbaar zichtbaar moest zijn.


Omstreeks 1960 werd het gebied rondom beide kolonieën deel van de stadsuitbreiding van Heerlen. In de jaren zestig verrees er een wijk van ruim 800 woningen. De oude kerk zou, ondanks modernisering en uitbreiding enige jaren eerder, te klein zijn, zodat naast woningen ook een nieuw katholiek gebedshuis werd gebouwd. Met zijn ontwerp uit 1961 liep de architect, J. Fanchamp, vooruit op de aanstaande ontwikkelingen binnen de katholieke kerkorganisatie. Een jaar later begon namelijk het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965), waartoe paus Johannes XXIII drie jaar eerder had opgeroepen. Doel van deze bijeenkomst van honderden katholieke kerkleiders van over de hele wereld was het eens te worden over aanpassingen van de katholieke kerk ‘aan de moderne tijd’. Een van de doorgevoerde veranderingen was de democratisering van de handelingen in een mis door het gebruik van de gewone taal naast het Latijn. In de nieuwe Christus Koningkerk kwam deze democratisering tot uiting doordat het priesterkoor in het midden van de kerk stond met de banken van de gelovigen eromheen. Uiterlijk was de kerk dan ook een vierkant. De klokkentoren stond op enige afstand. Tegelijk met de ingebruikname van de nieuwe kerk werd het rectoraat opgeheven en Christus Koning een zelfstandige parochie.

De verbouwing van de voormalige Christus Koningkerk tot archiefbewaarplaats. Foto rechts: Choinowski, Creative CommonsAttribution-Share Alike 4.0 International


De ‘moderniserings’-pogingen van de katholieke kerk konden niet voorkomen dat vanaf het einde van de jaren zestig de kerken ook in Zuid-Limburg langzaam leger werden. De Christus Koningkerk was al snel te groot. Bovendien was de kerk binnen tien jaar na de oplevering al in slechte staat. Er was op grote schaal sprake van lekkages en betonrot. Er gingen stemmen op om de kerk te slopen. Doordat er voor de kerkgangers van Nieuw Einde/Vrieheide geen goede alternatieven waren, werd besloten tot gedeeltelijke renovatie en optische verkleining van de binnenruimte. Tot de eeuwwisseling werd geprobeerd de gebreken met noodreparaties te verhelpen. In 2004 was het aantal kerkgangers zo klein geworden dat het bisdom de kerk aan de eredienst onttrok. Het gebouw raakte steeds meer in verval en in 2008 werd sloop overwogen. De gemeente Heerlen liet onderzoeken of het karakteristieke gebouw dienst kon doen als archiefbewaarplaats, aangezien de huisvesting in de toren boven het Thermenmuseum aan vervanging toe was. In 2015 kwam het bouwtechnische groene licht. Vervolgens moest er naar financiering worden gezocht en de bouw en verhuizing van het archief worden gepland. In de tussentijd werd de kerk een nationaal monument. Zij is een voorbeeld van de zogenaamde ‘wederopbouwkerken’ en van de modernisering van de kerkenbouw in Nederland. Daarnaast is ze een beeldbepalend element in de wijk Vrieheide.


Wethouder Jordy Clemens opent het archief in de voormalige Christus Koningkerk.


Afgelopen week was het dan zo ver. Op Woensdag 11 januari werd de nieuwe archiefbewaarplaats officieel geopend. Een dag later konden onderzoekers en nieuwsgierigen op afspraak de aanwezige historische documenten inzien en raadplegen.

De wens en de hoop is dat de kerk, net als in de hoogtijdagen van het katholicisme, een ontmoetingsplek voor en van de wijk wordt. Een plaats waar verhalen en het verleden worden gedeeld en waar gemeenschapszin en trots weer merkbaar worden. Ik was blij en aangenaam verrast dat bewoners vertelden bij de opening van het archief in de voormalige Christus Koningkerk een nieuw soort trots te ervaren, nieuwsgierig te zijn naar wat ze in het archief over hun eigen geschiedenis kunnen vinden en zelfs spullen willen afstaan, zodat ook anderen kennis kunnen nemen van het verleden van Vrieheide.

Ze lezen daar blijkbaar mijn aankondigingen op Facebook:

Blieëf grave!

Blijf graven!

Dat ga ik een dezer dagen zeker ook op Vrieheide doen.


Marcel J.M. Put



Aanvullende informatie en afbeeldingen vindt u op:




Bronnen:

Banach, Benti, In de klokkentoren woonde een man met een hoge hoed, in: De Limburger, 12 januari 2023, 4. https://epaper.limburger.nl/data/6633/reader/reader.html?t=1673713849628#!preferred/0/package/6633/pub/16717/page/4/alb/254396


Banach, Benti, Kerk beschermt archiefstukken zelfs tegen een mortierinslag, in: De Limburger, 12 januari 2023, 4.


Nieuwe Venlosche Courant, 2 november 1927, Zielzorg in de Mijnstreek.


De Limburger, 20 maart 1928.


Gazet van Limburg, 8 september 1953, tweede blad.




338 weergaven6 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page