top of page
Homepage modder.jpg

Het Wilde Zuiden

Scherm­afbeelding 2023-09-30 om 16.51.01.png

De gemeente Heerlen is deze week begonnen met het preventief fouilleren in de binnenstad. Reden is dat de politie de laatste 2,5 jaar een toename van het aantal mensen met wapens heeft geconstateerd. Het gaat dan om messen, knuppels, pepperspray en boksbeugels. Ernstige geweldsdelicten zijn tot nu toe gelukkig uitgebleven. Gelukkig is er nog geen sprake van vuurwapens. De burgemeester wil dat zo houden. Vandaar de maatregel.

Was dat vroeger beter? Nee, want onze voorouders waren vroeger schietgrage types. Nee, niet in de begintijd van de mijnen, toen er steen en been geklaagd werd over de verloedering der zeden en het vele geweld. Daarvoor, tussen pakweg 1875 en 1900, bleek de regio die de Oude Mijnstreek zou worden al een soort ‘Wilde Zuiden’.

Van dokter De Wever, die zich in 1897 als enige huisarts in Heerlen vestigde, weten we dat hij steeds met een revolver op zaak huisbezoeken aflegde. Dat was weliswaar al in de begintijd van de mijnbouw, maar voordat er in Heerlen sprake was van een invasie van mensen. De posterijen, die rond 1880 bezig waren hun personeel voor het eerst van bedrijfsuniformen en petten te voorzien, gaven hun bezorgend personeel in Heerlen ’s nachts zelfs een revolver mee. Blijkbaar zorgde het zoeken naar kolen rond Heerlen voor veel en grotere geldtransacties. Die verliepen toen nog via een postwissel, een cheque waarmee je aan toonder geld kon innen. De Heerlense postbodes waren hierdoor vaker het doelwit van overvallen.
Een enkele keer maakten gezagsdragers van de Rijkspolitie gebruik van hun wapen. Bij een massale vechtpartij tijdens de kermis in Eygelshoven in de zomer van 1893, keerden de vechtersbazen zich tegen de twee orde handhavende agenten. Er werd geschoten. Twee broers in werden geraakt. Een overleed ter plekke. De stationschef van Hoensbroek had ook een revolver. Niet geheel overbodig, want hij jaagde er inbrekers mee weg.
In 1894 werd de bekende sociaaldemocratische propagandist en politicus W.H. Vliegen gearresteerd omdat hij tijdens een demonstratie in het bezit was van een geladen revolver, een ploertendoder en een wapenstok. Hij en een aantal partijgenoten werden in Heerlerheide door de lokale bewoners aangevallen. Om ze af te schrikken losten de socialisten enkele schoten, hetgeen de bewoners alleen maar kwader maakten. Vliegen en een maat vielen in handen van de belagers. Ze werden zo stevig in elkaar geslagen dat ze nauwelijks nog konden lopen toen de veldwachter kwam en hen arresteerde. Tegen Vliegen werd twee straffen geëist. Twee keer 10 gulden boete of vier dagen hechtenis voor respectievelijk verboden wapenbezit en voor het opgeven van een valse naam bij zijn arrestatie.

De wijnkoopman W. Horstman uit Hoensbroek had ook een revolver aangeschaft om zich te beschermen. Onder invloed van drank begon hij in een koffiehuis te Klimmen andere gasten met de revolver te sarren. Toen hij naar huis ging, namen zijn ‘slachtoffers’ wraak. Er klonk een schot. De waard en de overige gasten renden naar buiten en vonden Horstmans bewusteloos. Hij had vier hoofdwonden en een schotwond onder zijn oog, misschien wel door zijn eigen vuurwapen.

Ruzie, rivaliteit, roof, rechtszaken en revanche, in het dorp Heerlen en de omliggende vlekken werd vaak een vuurwapen gebruikt om die zaken te beslechten. Het bekendste voorbeeld is de brute moord op de advocaat Van Oppen, zijn dochter en zijn zoon, door de Heelense koopman Cesar Timmermans. In de jaren zeventig had Van Oppen Timmermans vertegenwoordigd. Ze kregen echter ruzie over de te betalen rekening. Van Oppen liet beslag leggen op de bezittingen van Timmermans, waardoor deze in financiële moeilijkheden kwam. In 1885 stormde de gefrustreerde Timmermans Van Oppens kantoor binnen en schoot achtereenvolgens op de zoon, de vader en de dochter. Vader was direct dood. De dochter doodde hij met een mes. De zoon overleed in het ziekenhuis.

Ook een zekere Collard uit Kerkrade had moordplannen. Voor de uitvoering ervan moest hij zich wel wat moed indrinken. Straalbezopen vertelde hij zijn medekompels dat hij de mijningenieur M.O. ging vermoorden. Hij voegde de daad bij het woord en ging gewapend met een revolver naar het huis van zijn beoogde slachtoffer. Hij belde aan en op het moment dat de deur openging schoot hij. Het was echter niet de ingenieur. Zijn knecht stond in de deur. Hij had het geluk dat de dronkenman niet meer kon richten en hem miste.

In 1884 dongen twee mannen om de hand van een Brunssumse schone. Haar ouders waren erg in hun nopjes met de ‘als braaf en oppassend’ bekendstaande 24-jarige boerenzoon F.H.M. De jongedame in kwestie koos voor een zekere Henri Raets, niet wetend dat zij daarmee zijn doodvonnis tekende. F.H.M. In het voorbijgaan schoot F.H.M. (ook toen al werden daders/verdachten in de pers beschermd) met een revolver op zijn rivaal in de liefde. Hij trof zijn halsslagader en het slachtoffer bloedde onmiddellijk dood. Het valt te betwijfelen of hij daardoor wel beslag kon leggen op het hart van de door hem zo begeerde jongedame.

In Bocholtz haalde een dame zelf de trekker over. Ook zij gebruikte een revolver en maakte zo een eind aan het leven van haar buurman. Waarom? Dat bleef onbekend. Het nieuws haalde diverse kranten door heel het land, maar in de Limburgse kranten werd er met geen woord over gerept. Wel berichtte de Limburger Koerier in 1899 dat in de buurt van station Wijlre een zekere O. op het meisje E.M. had geschoten. Zij werd in haar dijbeen en arm geschoten. O. werd opgepakt. Over zijn motief was niets bekend.

De in Nieuwenhagen wonende mijnwerker L. Samson (hier geen bescherming) beroofde eind november 1897 een man en loste daarbij enige revolverschoten. Dat deed ook de Heerlense herbergier Kuppers of Kuypers. Op zaterdagmiddag 11 juli waren de gebroeders Hubert en Hendrik Crombach in de herberg van Kuppers in het gehucht Bek. Ze maakten ruzie met de herbergier en vielen zijn vrouw en schoonzus lastig. Kuppers besloot ziojn schoonzus naar huis te brengen en nam een stok mee. De broers Crombach probeerden Kupper de stok af te pakken. De vrouwen schoten de waard te hulp, maar het mocht niet baten. Daarop trok Kupper zijn revolver en schoot. De jongste Crombach overleed ter plekke. De oudste was zwaargewond, maar overleefde. De rechtbank oordeelde dat Kuppers uit zelfverdediging had gehandeld. Hij werd vrijgesproken.

Minder trefzeker waren W.J.A en P.J.A, beide mijnwerkers uit Kerkrade. In de nacht van 4 en 5 september 1898 losten zij diverse schoten op Frans Werry met de bedoeling hem te doden. Alhoewel hij dichtbij de schutters stond raakte hij slechts lichtgewond aan zijn been. Op basis van getuigenverklaringen werd tegen de eerste verdachte een boete van 25 gulden of 20 dagen hechtenis geëist voor ongeoorloofd wapenbezit. De tweede verdachte werd als hoofddader gezien. Hem werd poging tot moord ten laste gelegd met een eis van 1 jaar gevangenis. In deze zaak veroordeelde het Openbaar Ministerie de gewoonte om steeds vuurwapens te dragen en daarvan roekeloos gebruik te maken.

Dat roekeloos gebruik maken kon ook letterlijk worden beschouwd. Door onervarenheid en ondeugdelijk handelen gebeurden er nogal wat ongelukken met vuurwapens. Zoals in oktober 1896 toen dienstknecht J.J. uit Aken in de trein vanuit Simpelveld naar zijn woonplaats onzorgvuldig met zijn geladen revolver omging en een15-jarige medepassagier in het been schoot.

Het is niet duidelijk of er ook sprake was van roekeloosheid toen de kapelaan van Hoensbroek de mensen beschoot, die hem en de weduwe van de overleden oud-burgemeester Slangen een ketelconcert gaven omdat ze dachten dat beiden een amoureus rendez-vous hadden. In ieder geval raakte de kapelaan drie van zijn belagers. Enkele dagen later was het de weduwe die schoot. In haar geval bleven treffers uit. De kapelaan werd veroordeeld tot een boete van 5 gulden of 3 dagen hechtenis.

Het meest tragische geval inzake het gebruik van vuurwapens is echter wat de 25-jarige knecht van de heer Pluymaekers van de Caumermolen overkwam. Hij was op lijsterjacht en wilde door een gat in een haag kruipen. Hij legde het dubbelloops jachtgeweer in het gat, kroop erdoor en trok al liggend het wapen aan de loop naar zich toe. Waarschijnlijk bleef de trekker achter een tak of wortel hangen waardoor het geweer afging. ‘Het schot nam een deel van zijn kin af en doorboorde de halsaders, zoodat de getroffene haast onmiddellijk een lijk was.’

Heerlen was als het om wapens ging overigens geen uitzondering in het laatste kwart van de 19e eeuw. Vanuit heel het land stonden er berichten in de krant over roofmoorden, dodelijke schietongelukken (vaak met kinderen) en andere verhalen over ‘revolverhelden’. Niet alleen uit de grote steden, maar ook bijvoorbeeld Deurne, Harlingen, Monnikendam en Swalmen. Er waren blijkbaar veel (hand)wapens in omloop en vrijwel iedereen wist hoe hij of zij eraan kon komen. Dus er was niet alleen sprake van ‘het Wilde Zuiden’, maar van een ‘pistolen-paradijs Nederland’.


Marcel J.M. Put

Bronnen:

Wolf, Rob, Mijn ziekenhuis. 100 jaar ziekenhuiszorg in Parkstad Limburg, 2004 Bureau Atrium MC

Kranten, allen geraadpleegd via de website www.delpher.nl op 4 oktober 2023

Venloosch Weekblad, 28 april 1877, 2
Le Courier de la Meuse, 19 januari 1884, Bijblad, 2.
De Zuid-Willemsvaart, 23 januari 1884, 1.
Le Courier de la Meuse, 27 maart 1884, 1.
Algemeen Handelsblad, 11 april 1885, 2.
Haagsche Courant, 27 februari 1884, 2.
Haagsche Courant, 5 augustus 1887, 2.
Het vaderland, 27 oktober 1887, 1.
De Maasbode, 28 oktober 1891, 2.
Limburger Koerier provinciaal dagblad, 26 juni 1893, 2.
Rotterdamsch Nieuwsblad, 12 april 1894, 2e blad, 1.
Algemeen Handelsblad, 17 juli 1894, 1.
Het Vaderland, 25 juli 1894, 3.
Limburger Koerier provinciaal dagblad, 13 juli 1896, 2.
Dagblad van Maastricht, 17 december 1896, 3.
Limburger Koerier provinciaal dagblad, 5 januari 1897, 3.
Het Volksdagblad, 13 november 1897, 3.
De Zuid-Limburger, 26 november 1897, 3.
Opregte Haarlemsche Courant, 8 februari 1899, 3.
Westlandsche Courant, 18 februari 1899, 2
Limburger Koerier, 5 november 1898, 3
Limburger Koerier, 24 november 1898, 3.
Limburger Koerier, 30 oktober 1899, 2.


Digitale bronnen (allen geraadpleegd op 4 oktober 2023)

https://nl.wikipedia.org/wiki/Moord_op_Eugène_van_Oppen#:~:text=De%20moord%20op%20Eugène%20van,en%20dochter%20van%20Van%20Oppen.&text=Mr.&text=Timmermans%20was%20cliënt%20geweest%20bij,Van%20Oppen%20financieel%20was%20geruïneerd.

https://www.verenigdestatentop10.nl/het-wilde-westen/ (afbeelding)

https://isgeschiedenis.nl/nieuws/de-geschiedenis-van-postbezorging

bottom of page